Hoeveel elektromagnetische straling er op een locatie aankomt van een zendmast voor mobiele telefonie, hangt af van verschillende factoren.
- De plaatsing van de antenne ten opzichte van de locatie. Hoe groter de afstand is, hoe meer de straling is afgezwakt. Locaties die qua hoogte dieper gelegen zijn ten opzichte van een antenne ontvangen relatief minder straling. Verder is van belang de bundelrichting van de antenne. Veel antennes voor mobiele telefonie hebben drie sectoren (drie panelen). In het midden van zo’n sector is de straling het sterkst.
- Demping door objecten tussen de antenne en de locatie. Tussenliggende gebouwen of bomen kunnen de straling dempen. Als de antenne direct zichtbaar is vanaf de locatie (zgn. line of sight) is de straling het hoogst.
- Gebouw (bouwmaterialen). Metalen voorwerpen of metalen structuren kunnen de straling weerkaatsen. Warmtewerend HR++-glas met metaalcoating (aluminiumcoating) houdt elektromagnetische straling van zendmasten buiten. Gewapend betonnen muren, vaak toegepast in nieuwbouw, houden veel straling buiten.
Voorbeeld: een standaard zendmast van 38 meter hoog en 6 graden kanteling (’tilt’) van de panelen geeft op 200-300 meter afstand van de mast op grondhoogte de maximale elektromagnetische straling.